”Dagelijks”

Dagelijks.

Zo af en toe keer ik terug in een droom,

naar een wereld vol met licht,

liefde en genegenheid in overvloed,

waarvoor de donkerheid zwicht.

Pracht en praal ontstaat,

bloed stroomt door mijn aderen,

even ben ik warm van eeuwigheid,

een droom, soms een ongelogen helderheid,

door tal van blokken in de nacht onstaan,

de nacht geeft zich over aan de morgen,

waarin het bijna dagelijks,

doodstil sneeuwt, aan mijn raam.

Skar.

”Lucht”

De lucht alleen maar grijs,

nog geen stukje wit,

al helemaal geen blauw,

enige wat ik zie is grauw,

een lucht zonder pit,

eentonig, alles puur grijs.

Is het ook nog eens windstil,

lijkt eigenlijk heel eenzaam en kil,

tenzij, tenzij,…,

…….en dat maakt me heel blij,

allemaal vogels in volle vlucht,

gelukkig, toch beweging in de lucht,

zucht van opluchting is daar,

niet alles is grijs waar ik naar staar.

Skar.

”Kleurrijk”

De grond onder mijn voeten,

plots was deze ineens verdwenen,

waar ik eigenlijk alleen maar uitstapte.

Kleurrijke muziek golfde er,

van een mooie melodie,

die ik ooit heb moeten geweten.

Warmte, vertrouwdheid, rust,

een fijn welkom ademde mij toe,

mijn eigen thuis.

Het verspreidde zich in ruimte en tijd,

om het heelal op te fleuren,

deze mooie muziek kleuren.

Heb daarna eigenlijk nooit meer omgekeken,

waar mijn wereld was gebleven.

Skar.

”Tijd”

Ooit was er een hele mooie tijd,

samen vochten we zij aan zij,

die bijzondere tijd is nu voorbij,

al vecht ik elke dag door.

Ooit was er een hele mooie tijd,

samen hadden we veel lol, meestal erg blij,

maar wat ooit was, is nu voorbij,

we staan niet langer zij aan zij.

Ooit was een hele mooie tijd,

een tijd dat we uren en uren praatten,

ook die tijd is nu voorbij,

we hebben elkaar verlaten.

Ooit was er een hele mooie tijd,

die tijd is nu voorbij, maar ondanks dat,

wil ik toch nog even zeggen over die tijd,

dat het heel veel betekend heeft voor mij.

Skar.

”Dieren”

Als dieren nou eens zouden kunnen praten,

niet zo lang hoor, al is het maar even,

ben dan heel benieuwd wat er van de mens zou overblijven.

Waarschijnlijk steken we ons hoofd dan nog verder,

nog even iets dieper in het zand,

We leven gewoon door in ons oude doen,

wat zal ik zeggen, in zogenaamde onwetendheid.

De onwetendheid dat is nu juist wat ons van dieren onderscheidt.

Dieren leven elke dag weer in de werkelijkheid,

iedere seconde, iedere minuut, ieder uur van de dag.

Skar.

”De Bezem”

De bezem door je leven halen,

soms is dat zo af en toe nodig,

streven naar nieuwe dingen,

stoppen met al dat oude gedoe.

Grijpen van nieuwe kansen,

eens een andere weg inslaan,

meedoen aan een verse dans in het leven,

andere doelen om voor te gaan.

De bezem door je leven,

maakt ruimte voor je voor nieuwe dingen,

een nieuw en hoopvol streven,

weg met alles wat je reeds weet.

Je selecteert de nodige dingen,

zelf beheer je tenslotte de bezem,

wees eens kritisch naar jezelf,

wat heeft nog waarde, en wat kan weg.

Zo nu en dan is dat hoognodig,

de bezem door je leven, om nieuwe dingen te ontdekken,

belangrijk is het om niet stil te blijven staan.

Zeker hoeft het niet tegelijk,

neem gewoon rustig de tijd,

het kan je geven een gevoel van gemis,

het hoorde lange tijd bij je leven.

Dingen loslaten hoort hier bij,

Het maakt weer ruimte voor jou en mij.

Skar.

”Diep”

Soms voelt je verdriet als enorm,

als twee flatgebouwen op elkaar,

verzuipen in de pijn zou je,

voor dat dit alles is droog gelegd,

heb je een complete oceaan verslonden,

het liefst maar blijven huilen,

om eindelijk de droge bodem te voelen.

Af en toe kleiner dan een kind,

met je ziel graag liggend in armen,

het kloppend hart horend.

Een hoofd dat voelt als leeg,

kleren drijfnat van tranen,

een lichaam met een rugzak,

proberend naar boven te klimmen.

Soms het gevoel hebben,

iedereen heeft een hekel aan mij,

gelukkig is de realiteit anders,

zijn er personen die om je geven,

ondanks alle troebele gedachten,

de nodige pijn van al het verdriet.

Soms machteloze dromen,

voel je toch het bloed door je aders stromen,

een heel diep verlangen, zal alles vervangen.

De nodige zweetdruppels zullen vloeien,

deze zal ik verfoeien, want met een grote lach,

ja die grote lach,

bezwijkt alles onder deze zware last.

Skar.

”Gewoon een gedicht”

Gedichten, soms rare dingen,

het is totaal iets anders dan zingen.

Soms zijn ze mooi en ontroerend,

dan weer eentje met weinig inhoud,

gedichten zijn iets persoonlijks.

Ieder heeft zo zijn eigen smaak,

af en toe een gedicht dat je raakt.

Over vriendschap of rumoerend,

een mooi gedicht, of ook niet

Maar wat is mooi? Wat niet.

Ieder heeft zijn eigen stijl,

een andere smaak.

Skar.

”Een roos”

Er was een dag toen kreeg ik een roos,

een roos van een meisje zo mooi,

eigenlijk was ik erg boos op haar,

wilde de roos ook niet,

dit bracht haar veel verdriet.

Maar ik vond de roos wel erg mooi,

als ik eerlijk ben net zo mooi als haar ogen,

ogen die mij zijn bijgebleven door de tijd,

ook was ons samenzijn maar voor even.

Haar haar zo mooi als goud,

maar ik wist dit is niet goed,

voelde diep van binnen als fout,

ze was een winnares in alles,

maar nu is het voorbij,

tussen ”ik” en jij.

Skar.

”Twijfels”

Je grootste vijand is twijfel geworden,

maar als je onterecht iemand niet vertrouwd,

waar is dan je hoop gebleven,

De vaste rots waar je altijd op hebt gebouwd.

Als je twijfelt aan je eigen ik,

angstig, schuw, stijf je uren verslijt,

het aparte gevoel in je hoofd,

van ik raak iedereen kwijt.

Dan heeft vertrouwen geen enkele zin,

geloof je niet meer in jezelf, niet in een ander,

ondanks dat je weet dat die ander er altijd is,

het vuur nog lang niet gedoofd is.

Dan ben je even terug in de stemming van dat nare dipje,

het dipje dat jou al zo vaak voor de gek heeft gehouden,

toch ergens diep van binnen,

weet je dat die ander er is, in goede en slechte tijden.

Als schuw en twijfel je vijand is,

wordt het tijd om op te staan,

je weet diep in jezelf tenslotte beter.

Skar.